‘Zinvolle bijdrage leveren aan de zorg’
Voor Peter Bakker is het mentorschap een zakelijke aangelegenheid. Door de sociale activiteiten met zijn cliënten over te laten aan hun familie, vrienden en anderen, slaagt hij erin om mentor te zijn van tien cliënten. ‘En de elfde is in aantocht.’
Peter (66) is ruim een jaar mentor. Hij is sinds kort gepensioneerd en bewandelde voor die tijd een lange loopbaan in de zorg en het vluchtelingenwerk. De stap naar het mentorschap was voor hem logisch: ‘Ik wil een zinvolle bijdrage leveren aan de gezondheidszorg. Door mijn werkervaring ben ik er goed in, en bovendien beleef ik plezier aan dit vrijwilligerswerk.’ Waar hij kan, wil hij mensen enthousiasmeren om zijn voorbeeld te volgen.
Psychose
De cliënten van Peter hebben of een licht verstandelijke beperking of een psychiatrische achtergrond. Ze wonen zelfstandig of in een instelling. Omdat Peter als verpleegkundige destijds ook was opgeleid om in psychiatrische ziekenhuizen te werken, is voor hem het begeleiden van psychiatrische cliënten geen bezwaar. ‘Ik ken zogezegd het spel’, zegt Peter, geboren en getogen in Zuid-Limburg, maar na zijn studie in Utrecht via omzwervingen neergestreken in het Noord-Hollandse Julianadorp. Vanwege zijn achtergrond wordt Peter door de zorgverleners als een deskundige gesprekspartner gezien. ‘Daardoor is het ook voor hen makkelijker communiceren’, merkt hij.
Regie
Peter ziet zijn rol als zakelijke mentor heel helder en sec: het toezicht houden op de geleverde zorg aan zijn cliënten. Hij bezoekt hen gemiddeld twee keer een uur per maand. ‘Voor mij heeft de cliënt de regie in hoe de begeleiding gaat. Ik ben er in ieder geval om hem of haar te ondersteunen. Om de belangen te behartigen. Als ik hoor dat er zaken in de zorg van mijn cliënt niet goed gaan, is het mijn taak om actie te ondernemen.’ Hij had een keer een cliënt die een psychose kreeg. Door zijn ervaring wist hij, dat aandacht, belangstelling en begrip tonen als mentor erg kunnen helpen. ‘Ik ben dan blij als het vervolgens weer wat beter gaat.’
Naar het pretpark gaan of het winkelcentrum bezoeken met Peter zit er dus voor zijn cliënten niet in. ‘Dat vind ik echt iets voor de familie of voor het sociale netwerk van de cliënt.’ Naast de gebruikelijke bezoeken neemt Peter deel aan overlegvormen vanuit de instelling waarbij zijn cliënten ter sprake komen.
Zo’n zakelijke mentoropstelling betekent niet dat Peter geen band zou hebben met zijn cliënten. ‘Die is er wel degelijk’, zegt hij. ‘Bij de kennismaking ben ik altijd benieuwd naar hoe iemand in elkaar steekt. Wat is zijn of haar achtergrond? Wat is er gebeurd in de afgelopen tijd? Hoe is het contact met de vrienden? Essentiële informatie om je cliënt goed te leren kennen.’