Nieuw gestarte mentor Jan

cross

Stichting Mentorschap telt ongeveer 350 mentoren. Onder hen zijn ook mensen die net begonnen zijn met het behartigen van de zorgbelangen van een cliënt. We belden met Jan van Duijn (67), een van de nieuwe mentoren.

Hoi Jan. waarom ben je mentor geworden?
‘Eigenlijk omdat dit vrijwilligerswerk mij een leuke en zinvolle invulling van de verkregen vrije tijd lijkt. Sinds begin dit jaar ben ik gepensioneerd. Eén van mijn overtuigingen is: doe als het kan alleen dingen die je leuk vindt, dan heb jij het naar je zin en je omgeving profiteert ervan. 

Ik heb ruim 45 jaar in de sociale zekerheid (bij uiteindelijk UWV) gewerkt. Ik hield me hier de laatste jaren bezig met advisering op het gebied van kwaliteit en bedrijfsvoering. Nu heb ik alle tijd en gelegenheid om mij aan het mentorschap te wijden.’

Wat houd je nog meer bezig in je vrije tijd?
‘Genoeg! Ik speel tafeltennis op competitieniveau, schaats de wintermaanden iedere week, heb een racefiets in gebruik en wandel veel. Daarnaast zijn er acht kleinkinderen in wie je je vrije tijd kwijt kunt en doe ik zo hier en daar nog wat mantelzorgdingen. Verder ben ik iemand die veel sportwedstrijden bezoekt.’ 

Hoe ben je in contact gekomen met Stichting Mentorschap?
‘Heel simpel: ik was bewust op zoek naar mogelijkheden voor het mentorschap en dan kom je in ieder geval bij het zoeken op internet ook deze stichting tegen. Ik heb een bericht gestuurd om in contact te komen.’

Wat kun jij je cliënt bieden?
‘Ik hoop een stabiele factor te kunnen zijn in het leven van iemand die om wat voor reden dan ook dit zelf niet op de rit kan hebben of krijgen.’

Ben je al gekoppeld aan een cliënt, en zo ja: hoe ging dat eerste contact?
‘Ja, het eerste contact was spannend voor alle partijen, dus verliep het stroef. Naast ondersteuning is mijn mening dat ook vertrouwen een heel belangrijke rol speelt in het mentorschap. Ik ben nu effectief twee maanden bezig, zie mijn cliënt wekelijks op een vast tijdstip. Ik merk dat hierdoor de band en het vertrouwen versterkt worden.’