Mentor Jan Vroon
‘Je wil toch dat niemand in een zwart gat valt?’
Jan Vroon (64) is van huis uit zeer sociaal bewogen. Het wekte dan ook bij niemand enige verbazing dat hij veertien jaar geleden vrijwillig mentor werd. Jan begeleidt twee cliënten, van wie hij het fijn vindt dat zij nu een stabiel leven kunnen leiden. ‘Als mentor sta je gewoon naast iemand.’
‘Misschien heb ik vroeger wel het verkeerde beroep gekozen’, zegt Jan lachend. ‘Ik had beter psycholoog of maatschappelijk werker kunnen worden in plaats van verfspecialist.’ Hij werkte lang als regionaal accountmanager voor de verffabrikant Akzo. Later startte hij in Midwoud een schildersbedrijf, dat hij sinds kort samen met een van zijn zonen runt. In zijn vrije tijd heeft hij oog voor anderen die hulp nodig hebben. ‘Zo ben ik gewoon.’
Oudere broer
Jan heeft ervaringen in stervensbegeleiding, relatieherstel en andere hulpverlening. Hij bouwde door de jaren heen een groot sociaal netwerk op. Het was vaak via-via dat hij in contact kwam met mensen die een luisterend oor zochten voor hun problemen. Zo maakte Jan ook kennis met een vrouw in zijn dorp die door haar beperking in zwaar weer was gekomen. Hij ontfermde zich over haar. Toen zij later via de ggz werd behandeld, kreeg Jan het verzoek om haar mentor te worden. ‘Dat leek mij wel wat. Ik kende de vrouw al goed. Via het mentorschap kreeg ik een officiële kapstok om haar te blijven ondersteunen. Inmiddels is haar leven in rustiger vaarwater gekomen. Zij is getrouwd en ik begeleid haar nu meer op afstand. De vrouw noemt mij haar oudere broer bij wie zij altijd terechtkan.’
Vertrouwensband
De andere cliënt van Jan is Eelco, een 35-jarige man met NAH (niet-aangeboren hersenletsel). Eelco werd op jonge leeftijd aangereden, waarbij hij een hersenbeschadiging en fysieke problemen opliep. Sindsdien is hij handelingsonbekwaam.
Voordat Jan de mentor van Eelco werd, sprak hij uitvoerig met diens familie. ‘Dat is een manier om veel over je cliënt te weten te komen. Het geeft je de mogelijkheid om je goed te verbinden en uiteindelijk een vertrouwensband te krijgen’, weet Jan die blij is dat hij de afgelopen jaren Eelco heeft zien groeien in zijn ontwikkeling. ‘Als mentor speel je daarin ook een rol. We hebben uitdagingen voor hem gezocht. Zo heeft Eelco vier dagen in de week dagbesteding en voetbalt hij in een speciaal team voor mensen met een beperking. Als mentor stimuleer je die activiteiten en je volgt ze, en waar nodig kun je een en ander bijsturen. Wanneer je een vertrouwensband hebt met je cliënt, gaat dat heel organisch, bijna vanzelf dus.’
Kennis en inzichten
Jan doet graag een oproep aan anderen om zijn voorbeeld te volgen. ‘Als je oog hebt voor onze samenleving met daarin kansarmen of mensen die hulp nodig hebben, overweeg dan mentor te worden. Je wil toch niet dat er mensen in een diep gat vallen? De ondersteuning die je hen geeft, brengt jezelf ook heel veel. Je deelt je kennis en inzichten met je cliënten, maar vervolgens collecteer je in veel gevallen ook weer kennis: over mensen en dus over het leven.’