‘Een verrijking van mijn leven’
Anouk van Nieuwenburg (51) combineert haar betaalde baan met het vrijwillige mentorschap voor een jonge vrouw met een verstandelijke beperking. Dat zij soms onder werktijd als mentor klaar moet staan, vindt haar werkgever geen probleem.
Twee jaar geleden vroeg de buurman van Anouk aan haar of zij geen belangstelling had om bezoekvrijwilliger te worden bij een zorginstelling voor mensen met epilepsie. De buurman werkte daar en wist van het bestaan van een jonge, eenzame patiënt met een complexe voorgeschiedenis. Zij was op jonge leeftijd uit huis geplaatst. Dit meisje met epilepsie en ernstige gedragsstoornissen kon wel wat aandacht gebruiken.
Anouk, die eerder 25 jaar een verstandelijk gehandicapte man had begeleid tot aan zijn dood, zei ja. Ruim een jaar later, toen de jonge cliënt 18 jaar werd, kwam de weg vrij voor begeleiding door een beëdigd mentor. Anouk werd gepolst. ‘Ik kende haar toen al goed, we hadden een klik. Voor mij was het duidelijk dat ik haar mentor zou worden’, vertelt Anouk die een diploma voor Z-verpleegkunde op zak heeft. Zij maakte als eerste stap in haar rol als mentor kennis met het behandelteam, waarin ook een gedragskundige zit.
Videobellen 
In het dagelijks leven werkt Anouk bij een gemeentelijke overheidsdienst waar zij een van de directeuren ondersteunt. Het komt voor dat zij onder werktijd wordt gebeld door haar cliënt. ‘Meestal is mijn cliënt dan boos over iets. Om te voorkomen dat de situatie escaleert, videobelt ze mij om haar verhaal kwijt te kunnen. Gelukkig heb ik daarvoor ruimte op mijn werk. De overheid faciliteert deze maatschappelijke inzet.’ 
Anouk moet ook wel eens onder werktijd overleggen met het behandelteam van haar cliënt, bijvoorbeeld bij de jaarlijkse bespreking van het behandelplan. De mentor heeft daarover iets te zeggen. ‘Het is wel zo, dat de tijd die ik kwijt ben op mijn werk aan mentorzaken op een later moment compenseer’, aldus Anouk.
Dansen 
Naast het behartigen van de belangen van haar jonge cliënt vindt Anouk het belangrijk om haar te bezoeken in de zorginstelling. Dat doet zij twee keer per maand om de band verder te onderhouden. Zo nu en dan neemt Anouk haar cliënt mee naar haar woning. ‘Ze houdt erg van dansen en dat doen we dan gezellig in mijn huiskamer. Ook is zij erg gesteld op mijn hond en mijn kat. Leuk om te zien hoe zij met de dieren omgaat.’ 
Eenzame groep 
Anouk vindt het vrijwilligerswerk als mentor een verrijking van haar leven. Zij maakt er iemand anders happy mee, en zelf wordt zij er ook blij van. De 16 uur per maand die het haar kost, heeft Anouk er graag voor over. En er geldt nog een ander aspect voor haar. ‘Mensen met een verstandelijke beperking vormen een eenzame groep. Ze worden nog wel eens vergeten, terwijl zij ook veel aandacht verdienen. Ik ben blij mijn steentje als mentor te kunnen bijdragen.’ 
*Omwille van de privacy noemen we niet de naam van Anouks cliënt.



